Soms sta je ineens even stil en besef je hoeveel je bent gegroeid. Gisteren was zo’n dag.

Ik was met een groep vrouwen in Vleuten. Allemaal zijn we bezig om stappen te zetten in ons leven of onze carrière. De dag (of eigenlijk tweedaagse) werd georganiseerd door Francien van Tr-Ibu en Suzanne van Hartgroeien. Het idee is om van 2019 ons jaar te gaan maken. Allemaal op onze eigen manier. Maar de eerste dag stond in het teken van nu.

Ik doe dat eigenlijk veel te weinig: even stilstaan bij waar ik al ben en hoever ik al ben gekomen. Ik heb altijd het idee dat ik nog zoveel moet doen, waardoor ik liever verder ren dan tijd vrijmaak om te reflecteren. Maar vandaag werd ik gedwongen. En terwijl ik met de andere vrouwen kletste over wat ik in 2018 heb geleerd en liever achter me laat, besef ik hoe ik ben gegroeid tot wie ik nu ben.

Vuur gaat bijna de redactie-rondes in. Ik zit in de luxe positie dat het verhaal helemaal is geschreven en nu bij twee proeflezers ligt. Ja, dat is voor mij een luxepositie. Meestal als de redactie begint, moet ik in ieder geval nog 1 hoofdstuk schrijven. Vaak waren het er meer. Nu moet er ook nog wel wat worden gedaan, maar de basis staat stevig.

Vorig jaar rond deze tijd was ik al een tijdje in de paniek modus. Kwam het boek wel af? Was het wel goed genoeg? Ik kijk niet met plezier terug op die periode. Er bovenop kwam de nominatie voor de Harland Awards en de afwijzing doordat die niet werd uitgereikt.

Ja, ik begin er toch weer over. Want het had impact. Ook op een goede manier, zie ik nu.

Vaak is er een tweestrijd in mij. Emotioneel voel ik van alles, mijn hoofd relativeert. Want waarom liet ik me zo gek maken door de mening van een paar juryleden? Er was toch juist ook de voorselectie die het verhaal super vond en Bloed in de top 5 plaatste? Meestal delven mijn gevoelens het onderspit, maar deze keer kon mijn hoofd het niet winnen. In plaats van bovenop de berg te gaan staan en de wereld toe te schreeuwen dat er een nieuw boek was, viel ik van de berg en kroop ik er vervolgens onder. Daardoor wist ik echter ook dat er iets moest veranderen, want dit – op het moment dat je iets moois aflevert in de afgrond van twijfel storten – wilde ik niet nog een keer. Dus ging ik graven in mezelf.

Vandaag besefte ik hoe de mening van anderen en daar tegenover mijn eigengereidheid mijn schrijfcarrière hebben gevormd. Toen ik net begon, heb ik op aandringen van anderen nagedacht over een pseudoniem. Deze mensen vertelden me dat er een vooroordeel was: Nederlandse schrijvers zouden geen goede fantasy kunnen schrijven en vrouwen al helemaal niet. Als je dus een kans wilde maken bij de lezers, moest er het liefst een mannelijke naam die Engels klonk op de omslag.
Ik heb er serieus over nagedacht, maar het idee toen verworpen. Hoe zou dat ook moeten gaan op een festival. ‘Hello, I’m John.’ En dan ik er bij? Daarbij was en ben ik ook veel te trots op wat ik als schrijver bereik. Dus Kim ten Tusscher staat op de omslag.

Maar toch trok ik het me aan. Ik vond dat ik als fantasy schrijver een bepaalde uitstraling moest hebben. Stoer, want iemand in een bloemetjes jurk kan vast niet schrijven over oorlog en ellende. Toch? Nou ben ik ook die stoere dame, dus heel erg heb ik me niet aangepast, maar alleen al het feit dat je er zo mee bezig bent… Ik werd er nog eens extra op gewezen toen gisteren een van de anderen mijn website opende en zei: ‘Wat een lieve foto.’ En ja, op mijn homepage staat nu een lachende ik. Zoals ik ook ben. En ik besefte me dat ik dat een paar jaar geleden dus nooit zou hebben gedaan. Want ja, dat imago…

Ik besefte nog iets toen ik gisteren vertelde dat ik heel april 2018 achter me wilde laten. En met april bedoelde ik eigenlijk januari tot en met april. Ik voelde hoe anders het nu is. Anders? Compleet het tegenover gestelde! Ik geniet weer van het schrijven en ik sta achter mijn verhaal. Waarom? Ik doe het na een jaar graven en wroeten weer op mijn manier.

Bijna was ik aan deze overwinning voorbij gerend, omdat ik toch nog wat hoofdstukken wil bijschaven, omdat ik nog een promotiecampagne moet opzetten voor de Engelse edities, omdat ik een gaaf idee heb voor een feest en omdat… Maar gisteren stond ik stil, omdat ik mezelf deze twee dagen met al die fantastische vrouwen cadeau heb gegeven.

Het is eigenlijk zoals een van de anderen zei: Je hebt de berg beklommen, maar gun je jezelf op dat moment ook de rust om even op dat bankje te gaan zitten om van het uitzicht te genieten? Of zie je meteen alweer die volgende bergtop die nog hoger en uitdagender is?

Ik ga maar eens even lekker zitten.

Plaats een reactie